In dankbare herinnering: Marinus Knulst – over bacteriën, hete brei en club

‘Je hebt werkbijen, en praatjesmakers’, zei Marinus.
Binnen Zuiderlicht was hij zelf een van de praatjesmakers.
‘Maak je klein, wees bescheiden maar laat zien dat je het meent.’
‘Kritiek is een cadeau en inspiratie is een recht.’

Club

Tot twee jaar geleden was Marinus Knulst ons bestuurslid. We zagen elkaar minimaal een keer per maand, want dan hadden we ‘club’. Dat was zijn naam voor onze bestuursvergadering. Hij was er altijd, tien minuten eerder dan de rest, aan een van onze keukentafels. Want, ‘té leuk en té belangrijk’, zei hij.

Niet iedereen van jullie weet wie Marinus was. Of misschien weet je wie hij was, maar kende je hem niet persoonlijk. Dat maakt niet uit. Wie Zuiderlicht kent, kent ook Marinus, een beetje.

Zuiderlicht bestond al voordat Marinus zich samen met Linda Vosjan – als Oosterlicht – aansloot bij Zuiderlicht. Ze namen een mandje met prachtige daken mee, waaronder dat van de twee IJburgcolleges van Nico Moen.

Marinus kneedde en vormde Zuiderlicht

Dat deed hij met zijn optimisme, en zijn idealisme. Hij zat in het hart van Zuiderlicht, zeiden wij wel eens. Zelf zei hij dat hij het geweten van Zuiderlicht was. Op een vrolijke en vaderlijke manier ‘hield hij een toeziend oogje’.

Hij zag erop toe dat we van het coöperatieve geloof bleven. Dat we niet toch cowboys werden. Om een voorbeeld te geven: vóór Marinus er zich mee bemoeide vroegen we nog offertes op bij drie installateurs, om die met elkaar te vergelijken. Maar sinds Marinus werken we alleen nog met partners. Denk aan Janszon en Zon&Co, Amsterdamse bureaus waarmee we een duurzame relatie zijn aangegaan. Daar plukken we nog steeds de vruchten van.

Het geweten van Zuiderlicht: die rol heeft hij, niet zo heel lang geleden, overgedragen aan ons bestuurslid Ronald van Oijen.

‘We zouden onszelf vaker als een bacterie moeten zien’

Dat zei Marinus mij in een van onze laatste gesprekken. Een bacterie, zei hij, kan niet zonder shit. Een mens kan dat ook niet, want dat vormt je. Hij zei: ‘Het is de kunst om de shit blijmoedig aan te gaan. Binnen Zuiderlicht hamerde hij daar al jaren op: niet om de hete brei heen draaien, niet terugdeinzen, maar vrolijk verder gaan.

Dat kon hij zelf als geen ander. Sinds het begin van corona ging het niet goed met Marinus. Hij omschreef het zelf als het falen van de bobines in een ouderwetse verbrandingsmotor. Hij kreeg ademhalingsproblemen, hij kreeg pijn en zijn lichaam haperde. Hij aanvaardde het.

Afscheid – van iemand die er nog wel even is

Afscheid nemen van Marinus ging niet gepaard met zwaarmoedige gesprekken. Hij zat nog steeds op zijn praatstoel. Hij was nog steeds verbonden met wat er in de wereld – en binnen Zuiderlicht – speelde. Hij liet er zijn licht op schijnen.

Op donderdag 16 juni is Marinus overleden, maar we zullen eeuwig club hebben. We zullen eeuwig de blije bijen zijn. En de zon zal altijd weer opgaan, zoals Marinus zo vaak zei.

Marinus zit verankerd in ons geweten, in ons Zuiderlichtjargon en in ons DNA. We nemen afscheid, maar voorlopig is hij er nog wel even.

Je las de woorden die Aukje sprak tijdens de ledenavond van Zuiderlicht, op 28 juni 2022, twee weken na het overlijden van Marinus Knulst. Na afloop speelde Jurriaan Berger een improvisatie.