Een zee van zon: 5 lessen uit ‘energieproeftuin Ameland’

Een veld vol zonnepanelen midden op het Waddeneiland Ameland. Dat roept vragen op, zoals: hoe hebben ze dat voor elkaar gekregen? Maar ook, waarom niet in plaats van 10 hectare zonnepanelen één ranke windmolen voor de kust. Bijvoorbeeld waar nu nog en boortoren van de NAM staat?

Ik vraag het Johan Kiewiet, zelf oud NAM medewerkers, maar in het huidige leven oprichter en voorzitter van de Amelander Energie Coöperatie (AEC). Met hem bezoek ik Nederlands’ grootste zonnepark, de eerste grote stap naar verwezenlijking van de ambitie om in 2020 volledig op eigen, schone energie over te gaan.

“Ambitieus”, geeft Kiewiet met een grijns toe. “Zelfvoorzienend worden, dat is onze belangrijkste motivatie en op een eiland kan dat. (..) Een eiland is een microsamenleving en daarom een ideale oefentuin voor het testen van nieuwe uitvindingen en het experimenteren met eigen, schone energie.”

Oftewel, wij als Zuiderlicht die in veel complexere Metropoolregio Amsterdam werken, kunnen leren van wat er op Ameland gebeurt. 23.000 zonnepanelen midden in een natuurgebied plaatsen is een indrukwekkende prestatie. Waar we via wijze lessen uit kunnen halen.

Een paar cijfers:

  • 4 jaar is er aan gewerkt
  • 23.000 zonnepanelen beslaan maar liefst 10 hectare land
  • kosten zijn €7,2 miljoen
  • de productiecapaciteit bedraagt 6 megawattpiek (MW)

Per jaar leveren de panelen 5,6 miljoen kilowattuur wat meer dan genoeg is voor het totale energieverbruik van de 1.500 Amelandse huishoudens, ofwel 20% van het totale elektriciteitsgebruik van het eiland.

zonnenpark-ameland-1

foto: Kees van de Veen

1: werk samen (1) + spring over je eigen schaduw heen

Initiatiefnemer is Albert de Hoop, burgemeester van Ameland. Het verhaal wil dat hij tijdens zijn vakantie in Frankrijk, zeg maar tussen de zonnebloemen een veld zonnepanelen zag. En dacht, “dat wil ik ook”. De AEC wilde meteen meedoen. Eneco heeft het team verder aangevuld. Drie partijen die alle even gemotiveerd waren om het project te laten slagen en er samen heel veel tijd en niet doorberekende uren in hebben gestoken.

“Dit was de grootste succesfactor in de totstandkoming van het zonnepark”, aldus Kiewiet: “de samenwerking, het vertrouwen, en over je eigen schaduw heen kunnen springen”. Samen zijn ze in staat geweest om ieder met een eigen achtergrond diverse hobbels te nemen:

  • De mens – de AEC had al het vertrouwen van veel Amelanders en heeft gezorgd voor communicatie en draagvlak.
  • Techniek en regelgeving – Eneco heeft de Europese aanbesteding gedaan en was verantwoordelijk voor techniek en management.
  • Financiering en vergunningen – de gemeente heeft zorg gedragen voor de grond, vergunningen en subsidies.

2: kritiek is goed, luister ernaar

De panelen zouden vogels en vliegtuigen verblinden, het elektriciteitsnetwerk plat leggen, meeuwenkoloniën doen verdwijnen, de natuur onherstelbaar verstoren en de schoonheid van het dorpje Ballum aantasten. Het is een bloemlezing van argumenten die ik op internet ben tegengekomen.

Kiewiet, die samen met de gemeente met de bewoners in gesprek is gegaan, lacht een paar argumenten weg maar erkent dat er veel angst is geweest voor het onbekende. Tijdens de gesprekken heeft iedereen kunnen zeggen wat hij of zij er van vond. En dat heeft gewerkt. Maar liefst een derde van de Amelanders is lid geworden van de coöperatie en een deel heeft mee geïnvesteerd.

En de zonnepanelen liggen er, in het verlengde van het vliegveld. “Op arme grond, waar voorheen gras werd gemaaid voor koeien”, aldus Kiewiet. Als we later op een ‘uitkijkpunt’ voor de zonnepanelen staan vertelt hij dat studenten en namens de AEC broer en natuurkenner Theo Kiewiet onderzoek doen naar beplanting van de aarden wal rond en de grotere ruimtes tussen de panelen. “Wanneer die plannen door gaan wordt de biodiversiteit groter dan die ooit geweest is”. Maar zover is het nog niet, de AEC is hierover nog in gesprek met de gemeente.

Les 3: benut kansen, trek niet aan halfdode paarden

Als je alleen naar de productiecapaciteit (6 MW) kijkt dan is het zonneveld eigenlijk een omgevallen offshore windmolen in een weiland. “Waarom geen echte windmolen voor de kust?”, vraag ik. Genoeg wind. Kiewiet antwoordt dat de eilanders bang zijn dat toeristen niet tegen een windmolen aan willen kijken. Dat ze het natuurgebied niet willen verstoren.

Maar wie op een heldere dag aan de wadkant staat ziet niet eens zo ver weg nu toch al een hele batterij aan windmolens op het vaste land staan? En wie richting het natuurgebied de Oerd naar de Noordzee kijkt ziet de horizon ‘vervuild’ door boortorens. Van de NAM voor de NAM. Dan toch liever een windmolen: van Amelanders voor Amelanders? Die als een vuurtoren waarschuwt voor risico’s die deze kwetsbare eilanden lopen. Die ons de koers wijst naar een duurzame toekomst die we samen kunnen vormgeven?

vuurtoren3

 

Maar een ander serieus obstakel vormend de gedeputeerden van Provincie Friesland die niet instemmen met molens op Ameland. De gedeputeerden hebben tijd nodig, de Amelanders en hun toeristen misschien ook.

En Ameland heeft niet alleen veel wind meer ook heel veel zon. En voor mij ligt nu wél een zinderende blauwe zee van zon!

Les 4: maak Freonen (en doe soms concessies)

Freonen, weet ik van Bouwe de Boer, energieambtenaar van de gemeente Friesland, betekent vrienden. Je zegt zoiets als ‘frunnen’. En die heb je nodig om je grootschalige, duurzame ambities te realiseren.

Op Ameland heet de vriendenclub ‘Durzaam Ameland’. Het zijn de minsten niet: naast de gemeente zijn er de NAM, GasTerra, Philips en Eneco. Voor een aantal projecten werken ze samen met de AEC en het Energie Transitie Centrum (EnTranCe) van de Hanzehogeschool in Groningen. Studenten, wetenschappers, marktpartijen, overheid, bewoners en toeristen (leden van de AEC) werken zo samen en zorgen voor de benodigde kennis, middelen en draagvlak.

Gezien de ambitie om als eiland van het gas af te gaan is de vriendschap met fossiele reuzen als de NAM en Gasterra, die in ruim 30 jaar tijd zo’n 40 miljard kuub Amelands gas hebben gewonnen en verhandeld, opvallend. Ook zij scharen zich achter de ambitie om Ameland in 2020 op eigen schone energie te brengen. Toch? Met gasbaten van het gas af? Of gaat dat nog te ver, en geldt gas op Ameland ook als eigen en schone energie?

Dat zou je denken als je naar recente investeringen van Ameland kijkt:

  • 45 over het eiland verspreide brandstofcellen die van gas elektriciteit maken wanneer de opbrengst van het zonnepark onvoldoende is en zo het elektriciteitsnetwerk balanceren
  • gasgestookte warmtekrachtinstallatie voor de zwembaden
  • een experiment met waterstof in aardgas voor huishoudens
  • en een aardgastankstation voor de autobussen

30 jaar gaswinning, gaat dat misschien in je systeem zitten? “Ja, de gaswinning op Ameland speelt zeker een rol”, zegt ook Kiewiet. Maar ook hij benadrukt toch vooral dat de samenwerking op het gebied van duurzaamheid met partijen als de NAM en GasTerra hoopvol stemt. En zo is het!

Kiewiet wordt persoonlijk blijer van biogas uit rioolwater, de plaatsing van nog meer zonnepanelen op parkeerplaatsen en bedrijfsgebouwen, elektrische deelauto’s en de elektrische bussen die vanaf 1 januari 2017 op het eiland rijden.

Les 5: doe meer met minder

Omdat het nog steeds over Ameland gaat, het eiland met de altijd veranderende lichtval, luchtspiegelingen en landschappen, sluit ik dit verhaal een beetje poëtisch af. Met groen licht.

Om trekvogels niet te storen in hun gedrag is de openbare verlichting op Ameland sprookjesachtig groen. De lampen worden sterker als er mensen langs komen en dimmen wanneer het weer stil is op straat of de strandovergang. Zelfs de boortorens zijn groen verlicht. Dat is zuiniger en beter voor de vogels, maar soms overstijgt de uitwerking de aanleiding.

SONY DSC

foto: Richard Boerop