Stadsdeelkantoor Oost krijgt extra zonnepanelen. De panelen die er al liggen moeten wat indikken om plaats te maken voor nog eens 267 extra panelen: panelen van ons, Amsterdammers. Het dak van stadsdeelkantoor Oost is een van de tien daken die Gemeente Amsterdam beschikbaar stelde aan de Amsterdamse Energiecoöperatie Zuiderlicht.
Geen eigen dak
‘De gemeente laat Amsterdammers daarmee meeprofiteren van de daken van de stad’, zegt projectleider David van Bezooijen. ‘De meeste Amsterdammers hebben zelf geen eigen of geschikt dak. Ik woon bijvoorbeeld in een VvE. We willen al jaren zonnepanelen, maar dat schiet maar niet op. Dankzij dit soort daken kan ik er toch voor zorgen dat er weer een paar panelen in Amsterdam bij komen. Samen kunnen we de grote daken in de stad benutten.’ Dat het om het dak van zijn eigen stadskantoor in Oost gaat is een leuke, symbolische bijkomstigheid. ‘Ik fiets er regelmatig langs en zal de panelen dus vaak zien liggen.’
Stroom van eigen dak
‘Niet alleen de Amsterdammers, ook de gemeente profiteert mee’, zegt projectcoördinator Jasper Klapwijk. ‘De panelen die wij als coöperatie plaatsen dragen bij aan de verduurzaming van het gemeentelijke vastgoed. Bovendien krijgen de ambtenaren straks stroom van eigen dak. Het is lucratief om stroom aan het net te leveren en die te verkopen aan een energieleverancier, maar een energiecoöperatie heeft niet tot doel om winst te maken. Ons doel is lokale, betaalbare energie. De gemeente betaalt ons straks een vast bedrag van 15 cent per kWh. Meer is niet nodig om uit de kosten te komen en rente uit te keren over leningen.’
Iedereen kan meedoen
De leningen komen van het Amsterdamse Duurzaamheidsfonds én van Amsterdammers via energiecoöperatie Zuiderlicht. Klapwijk: ‘Voor eenmalig een euro ben je al lid van Zuiderlicht. Wie de ruimte heeft kan met leningen à 250 euro mee-investeren. Hoeveel rente we aan onze leden uitkeren is afhankelijk van de opbrengst van alle projecten samen. Tijdens de algemene ledenvergadering van de coöperatie stemmen leden over het percentage. De afgelopen jaren kozen ze voor drie procent, met een uitschieter van vier procent over het jaar 2021.